ECLI:NL:HR:2010:BN6118

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00091
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in een Antillenzaak over onrechtmatige ontvreemdingen door voormalig dga

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een cassatieberoep van verzoekster tegen een eindvonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak draait om een reconventionele vordering van de vennootschap Coral Estate Resort Development N.V. (CERD) tegen haar voormalig directeur-grootaandeelhouder (dga) in verband met onrechtmatige ontvreemdingen. De feiten zijn als volgt: verzoekster heeft in eerste aanleg een vonnis verkregen, maar dit is in hoger beroep door het hof vernietigd. Het hof heeft in zijn eindvonnis van 7 oktober 2008 geoordeeld dat de vorderingen van verzoekster niet toewijsbaar zijn. Verzoekster heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit eindvonnis.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit volgt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen en verzoekster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 703,65 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2010 door de raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

29 oktober 2010
Eerste Kamer
09/00091
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
CORAL ESTATE RESORT DEVELOPMENT N.V.,
gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en CERD.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak AR 1421/2003 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 31 mei 2004;
b. de vonnissen in de zaak AR 1421/03-H-345/04 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 29 maart 2005, 4 oktober 2005, 18 april 2006, 5 september 2006, 23 oktober 2007 en 7 oktober 2008 (eindvonnis).
Het vonnis van het hof van 7 oktober 2008 is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindvonnis van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
CERD heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CERD begroot op € 703,65 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 oktober 2010.