2.2. Het Hof heeft ter motivering van de strafoplegging het volgende overwogen:
"De eerste rechter heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden wordt opgelegd.
De verdediging heeft primair bepleit dat met oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een werkstraf dient te worden volstaan. Subsidiair heeft de verdediging bepleit indien het hof toch tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf komt, deze te beperken tot drie maanden, omdat verdachte in dat geval wellicht in aanmerking komt voor elektronische detentie waardoor ze haar werk kan behouden en ze voor haar drie nog jonge kinderen kan zorgen.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf onder meer aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting ter zake van vermogensdelicten, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid zijn neerslag heeft gevonden.
Het hof waardeert flessentrekkerij als een ernstiger vermogensdelict, met name vanwege het stelselmatig karakter en daarmee samenhangend de hoge waarden, waar ook in onderhavige zaak sprake van is.
Tegen die achtergrond en in het licht van het gegeven dat verdachte zich als een betalende klant heeft voorgedaan, waarmee zij het vertrouwen van iedere afzonderlijke verkoper heeft geschonden en hen schade heeft toegebracht, waardeert het hof flessentrekkerij in beginsel op drie weken gevangenisstraf per individuele aankoop. Gelet op de omstandigheid dat verdachte
blijkens het uittreksel justitiële documentatie ter zake van vermogensdelicten (waaronder flessentrekkerij) meermalen is veroordeeld, hetgeen haar van het opnieuw plegen van dergelijke feiten kennelijk niet heeft kunnen weerhouden, waardeert het hof flessentrekkerij in dit individuele geval op vier weken gevangenisstraf per aankoop.
Bovenstaande brengt weer met zich dat voor beide bewezen verklaarde feiten passend is een gevangenisstraf voor de duur van {(6 onderdelen flessentrekkerij x 4) =28 weken} + 1 week = 29 weken.
Het hof zal deze straf ten voordele van verdachte en rekening houdend met de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht afronden op 7 maanden.
In de bijzondere persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan is gebleken ter terechtzitting in hoger beroep, ziet het hof aanleiding om van voornoemde gevangenisstraf één maand voorwaardelijk op te leggen. Met oplegging van deze gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Alles overziende brengt één en ander het hof tot het eindoordeel dat niet kan worden volstaan met de straf zoals die door de eerste rechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd alsmede met hetgeen door de verdediging is bepleit.
Het hof acht een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden, waarvan één maand voorwaardelijk passend en geboden."