2.4. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouwe van de verdachte blijkens de aan het proces-verbaal gehechte pleitnotities onder meer het volgende aangevoerd:
"Strafbaarheid cliënt
Ik verzoek u cliënt te ontslaan van alle rechtsvervolging, omdat sprake is van noodweer dan wel noodweerexces. Cliënt heeft zich verdedigd tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van zijn lijf. Bij de verdediging daarvan heeft cliënt, gelet op het letsel dat bij de aangever is ontstaan, disproportioneel geweld toegepast.
(...)
Cliënt heeft nimmer ontkend de aangever te hebben geslagen. Waar het cliënt om gaat is dat uit de videobeelden blijkt dat hij zich verdedigd heeft. Cliënt blijft erbij dat deze beelden daar meer duidelijkheid hierover hadden kunnen verschaffen.
(...)
Ik verzoek u daarom bij de beoordeling van het noodweer- of noodweerexcesverweer van cliënt in belangrijke mate uit te gaan van de printjes, welke van de videobeelden zijn gemaakt (p. 31 tot en met 37 van het proces-verbaal van de politie).
(...)
Kortom u dient bij de beoordeling of sprake is geweest van noodweer dan wel noodweerexces hoofdzakelijk uit te gaan van de printjes van de videobeelden.
Voor het noodweer- of noodweerexcesverweer van cliënt is het hele gebeuren van belang en niet alleen het moment waarop is geslagen. Ik verzoek u daarbij wel uw gedachtes over de opmerkingen die cliënt over de afkomst van de aangever zou hebben gemaakt buiten beschouwing gelaten. Cliënt wordt niet terzake discriminatie, maar mishandeling vervolgd. Overigens heeft cliënt ontkend dergelijke opmerkingen te hebben gemaakt.
Cliënt en de aangever, alsmede [betrokkene 2] hebben verklaard dat ze elkaar in de Choorstraat tegen kwamen. Cliënt kwam vanaf het Vrouw Juttenland en de aangever en diens vriendin vanaf de Hypolitusbuurt. Beide zijn straten en staan haaks op de Choorstraat, waar de C1000 toen was gevestigd. Cliënt hoorde de aangever hard lachen en maakte daarover een opmerking. Vervolgens ging cliënt in de C1000 boodschappen doen.
In de C1000 zagen de aangever en diens vriendin cliënt staan en besloten hem op zijn eerdere opmerking aan te spreken. Het is dus niet cliënt die het contact heeft gezocht, maar de aangever. Cliënt was boodschappen aan het doen en wilde niet over zijn opmerking praten en zei dat zijn opmerking niet iets was om ruzie over te maken.
De aangever stond erop om het buiten uit te praten, zoals hij en zijn vriendin bij de politie hebben verklaard. Cliënt heeft verklaard dat de aangever naar buiten wilde om het uit te vechten. Cliënt weigerde, omdat hij bang was in elkaar te zullen worden geslagen en werd vervolgens door de aangever geduwd. Dit is overigens niet op de printjes te zien, maar wordt wel verklaard door [betrokkene 2]. De aangever heeft het over elkaar een beetje duwen. Hij zegt echter niet te weten wie met het duwen is begonnen.
Uitgaande van de verklaring van cliënt en [betrokkene 2] is de aangever met het duwen begonnen. Op het moment dat cliënt de aangever terugduwde werd cliënt door de aangever bij de keel gepakt en hardhandig tegen de schappen geduwd. Dat is op twee van de printjes van de videobeelden te zien (p. 36 en 37). De aangever heeft verklaard door cliënt op het voorhoofd te zijn geslagen. Door de klap zou de aangever achterover zijn gevallen tegen de schappen. Dit is echter niet te zien op de printjes. Wat wel te zien is is dat de aangever cliënt aanvliegt en dat hij vervolgens met zijn rug op de vloer ligt met cliënt boven hem.
Cliënt kon geen kant op en heeft de aangever naar de vloer gewerkt. De aangever probeerde cliënt steeds bij de keel beet te pakken, waarop cliënt hem een aantal keer in het gezicht heeft geslagen.
Cliënt heeft zich ernstig bedreigd gevoeld. Hij kon niet bij de aangever weg komen. De aangever wilde persé naar buiten. Cliënt wilde dat pertinent niet. En op het moment dat cliënt door de aangever werd aangevlogen kon hij niet anders dan zich verweren. Gelet op het letsel dat bij de aangever is ontstaan zou gezegd kunnen worden dat cliënt niet proportioneel heeft gehandeld. Dit is echter het gevolg van een hevige gemoedsbeweging geweest. Cliënt heeft hierbij niet nagedacht. Het enige wat hij wilde was wegkomen. De aangever liet cliënt echter niet gaan, hij wilde cliënt maar niet loslaten en probeerde cliënt steeds bij de keel vast te grijpen.
Ik moet zeggen dat de aangever als bewaarder in een Penitentiaire Inrichting beter met deze situatie had moeten omgaan. Als hij zich door cliënt gediscrimineerd voelde, had hij aangifte moeten doen bij de politie en niet voor eigen rechter moeten spelen.
Ik verzoek u cliënt derhalve vanwege noodweer dan wel noodweerexces te ontslaan van alle rechtsvervolging."