ECLI:NL:HR:2010:BN4296
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met betrekking tot diefstal
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1961, was beschuldigd van diefstal van meerdere sloten en deurkrukken uit een winkel op 1 mei 2008. De verdediging voerde aan dat de videobeelden van de beveiligingscamera's een andere gang van zaken toonden dan de verklaring van de aangever, een beveiliger. De raadsman verzocht om de aangever te horen, maar het Hof wees dit verzoek af, wat door de Hoge Raad als niet begrijpelijk werd beoordeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende inzicht had gegeven in zijn overwegingen met betrekking tot de afwijzing van het getuigenverzoek. De verdediging had terecht aangevoerd dat de videobeelden de verklaring van de verdachte ondersteunden en de verklaring van de aangever tegenspraken. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof niet had gemotiveerd waarom het verzoek om de aangever te horen niet nodig was, ondanks de relevante informatie die de videobeelden boden.
Daarom vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij het afwijzen van verzoeken van de verdediging, vooral wanneer deze verzoeken zijn gebaseerd op bewijs dat de verklaring van de verdachte ondersteunt.