ECLI:NL:HR:2010:BN4241
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Verbeurdverklaring van in beslag genomen auto en motivering door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de verbeurdverklaring van een personenauto, een Ford Escort, die in beslag was genomen in het kader van een strafzaak tegen de verdachte. Het Hof had de auto verbeurd verklaard, maar de Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd of de auto toebehoorde aan de verdachte zelf of aan een ander. Dit is van belang omdat, indien de auto aan een ander toebehoort, de voorwaarden van artikel 33a, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht een nadere motivering van de strafoplegging vereisen.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging van de verbeurdverklaring. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan in het kader van het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat andere onderdelen van de uitspraak van het Hof in stand blijven.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij het opleggen van bijkomende straffen zoals verbeurdverklaring. De beslissing van de Hoge Raad is een belangrijke reminder voor de rechtspraak over de noodzaak van duidelijke en onderbouwde oordelen, vooral in zaken waar de eigendom van in beslag genomen goederen ter discussie staat.