ECLI:NL:HR:2010:BN4231

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04736
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over Salduz-klacht in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 29 oktober 2008 was gewezen. Het arrest van het Gerechtshof had betrekking op een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1976, die woonachtig was in Nederland. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B.P. de Boer uit Amsterdam. In de schriftelijke middelen van cassatie die door de advocaat waren ingediend, werden verschillende argumenten naar voren gebracht, waaronder een beroep op de Salduz-klacht, die betrekking heeft op het recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor. De Advocaat-Generaal, de heer Vegter, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening was dat de middelen niet voldoende waren om de uitspraak van het Gerechtshof te herzien. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leidden tot rechtsvragen die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

12 oktober 2010
Strafkamer
Nr. 08/04736
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 oktober 2008, nummer 23/004552-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 12 oktober 2010.