Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 augustus 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën. Het betreft een incidenteel beroep in cassatie dat ongegrond is verklaard, terwijl het principale beroep in cassatie van de Staatssecretaris gegrond is verklaard. De zaak is voortgekomen uit een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 juli 2008, waarin een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen was opgelegd aan een belastingplichtige, aangeduid als X, te Z. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen de relevante juridische aspecten van het bestuursrecht en belastingrecht belicht, en heeft de eerdere uitspraak van het Gerechtshof beoordeeld. De Hoge Raad heeft de zaak verder behandeld onder nummer 08/03430, en heeft verwezen naar een ander arrest, 08/03431, dat relevant is voor de uitkomst van deze zaak. De uitspraak van de Hoge Raad biedt belangrijke inzichten in de toepassing van belastingwetgeving en de rechtsbescherming van belastingplichtigen.