ECLI:NL:HR:2010:BN1407

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00498
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koop en de toepassing van het Weens Koopverdrag in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 09/00498. De zaak betreft een geschil over internationale koopovereenkomsten, specifiek onder het Weens Koopverdrag. Eiseres, gevestigd in Duitsland, heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die eerder op 29 mei 2007 en 28 oktober 2008 zijn gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Maastricht van 13 juli 2005 en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht.

De Hoge Raad heeft de klachten van eiseres in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 1.616,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekte ook tot verwerping van het beroep. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de zaak is behandeld door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en C.E. Drion.

Uitspraak

8 oktober 2010
Eerste Kamer
09/00498
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von [eiseres] auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 97211/HA ZA 04-1136 van de rechtbank Maastricht van 13 juli 2005;
b. de arresten in de zaak HD 103.002.279 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 mei 2007 en 28 oktober 2008.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 1.616,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 oktober 2010.