ECLI:NL:HR:2010:BN0625
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kosten van betekening bij naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 8 juni 2009, nr. 08/00142, betreffende de aan hem in rekening gebrachte kosten van betekening van een dwangbevel. De zaak is ontstaan na een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende was opgelegd met dagtekening 25 oktober 2006. Deze aanslag diende uiterlijk op 8 november 2006 te worden betaald, maar belanghebbende heeft het verschuldigde bedrag niet voldaan. Na een aanmaning op of omstreeks 17 november 2006, volgde op 5 december 2006 een dwangbevel, waarbij kosten van betekening in rekening zijn gebracht.
De Rechtbank te Breda heeft het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Ontvanger gegrond verklaard en de in rekening gebrachte kosten verminderd tot nihil. De Ontvanger heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. In cassatie is de vraag aan de orde of het bezwaarschrift van belanghebbende kan worden aangemerkt als een verzoek om uitstel van betaling. Het Hof had geoordeeld dat dit niet het geval was, omdat het bestreden bedrag van de naheffingsaanslag niet was vermeld in het bezwaarschrift.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk is en dat het bezwaarschrift terecht niet als een verzoek om uitstel van betaling is aangemerkt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen termen voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 9 juli 2010 door de raadsheer P. Lourens als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.