ECLI:NL:HR:2010:BN0025
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen bewezenverklaring poging tot inbraak met braak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte is veroordeeld voor poging tot inbraak. De Hoge Raad heeft op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 09/02273. De verdachte, geboren in 1984 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden', heeft beroep ingesteld tegen de bewezenverklaring van de poging tot inbraak in een woning te Berkel en Rodenrijs op 13 oktober 2008. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.S. Nan, heeft aangevoerd dat het bewezenverklaarde niet kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Het Gerechtshof had vastgesteld dat de verdachte samen met een mededader met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening geld of goederen uit de woning van een slachtoffer wilde wegnemen. De verdachte zou zich toegang hebben verschaft door middel van braak. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de gebezigde bewijsmiddelen onvoldoende steun bieden voor de bewezenverklaring van de poging tot inbraak, met name omdat niet kan worden vastgesteld dat de woning waaruit de verdachte en zijn mededader geld of goederen poogden weg te nemen, gelegen was aan het opgegeven adres. De Hoge Raad vernietigt daarom de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan.
Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij strafrechtelijke veroordelingen en de zorgvuldigheid die in acht moet worden genomen bij het vaststellen van de feiten in een strafzaak. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke beslissing genomen die de rechtsbescherming van verdachten waarborgt.