ECLI:NL:HR:2010:BN0018
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Aftrek van voorarrest bij strafoplegging in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1964, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Limburg-Zuid'. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse. De Advocaat-Generaal Vegter had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen voor zover de tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht niet was afgetrokken bij de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof had verzuimd om de in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voorgeschreven aftrek toe te passen. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen voor het gedeelte dat betrekking had op de aftrek van de tijd in verzekering. De Hoge Raad heeft bevolen dat de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde taakstraf, waarbij voor elke dag in verzekering twee uur van de taakstraf zal worden afgetrokken. De overige middelen in cassatie werden verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden en geen nadere motivering vereisten. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de correcte toepassing van artikel 27 Sr bij de strafoplegging.