ECLI:NL:HR:2010:BM9768
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake bedreiging Geert Wilders
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 4 juni 2008 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte die in 1981 geboren is. Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, die in zijn schriftuur een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 21 september 2010 het arrest gewezen, waarbij het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit was gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, wat betekent dat het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft. Het arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.