ECLI:NL:HR:2010:BM9625

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00414
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verbintenissenrecht en ingebrekestelling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over verbintenissenrecht. De eisers, V.O.F. Poolkaffee De Bonnefooi en twee andere partijen, hadden beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betrof de vraag of er een bepaalde termijn was overeengekomen voor de voldoening van een verbintenis, zoals bedoeld in artikel 6:83 van het Burgerlijk Wetboek, en of er een ingebrekestelling had plaatsgevonden volgens artikel 6:82 BW.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en arresten van het gerechtshof, waaruit blijkt dat de eisers in hun cassatieberoep niet konden aantonen dat de klachten die zij naar voren brachten, konden leiden tot cassatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft dit advies gevolgd en het beroep verworpen, waarbij de eisers in de kosten van het geding in cassatie zijn veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de artikelen 6:83 en 6:82 BW in het kader van verbintenissenrecht en de noodzaak van een ingebrekestelling. De Hoge Raad heeft geen nadere motivering gegeven voor de afwijzing van de klachten, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

1 oktober 2010
Eerste Kamer
09/00414
DV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. V.O.F. POOLKAFFEE DE BONNEFOOI,
gevestigd te Dinteloord, gemeente Steenbergen,
2. [Eiser 2],
3. [Eiseres 3],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als De Bonnefooi c.s. en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 129936/HA ZA 04-347 van de rechtbank Breda van 6 oktober 2004 en 6 april 2005;
b. de arresten in de zaak HD 103.001.894 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 augustus 2007 en 28 oktober 2008.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof hebben De Bonnefooi c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor De Bonnefooi c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Bonnefooi c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 1 oktober 2010.