ECLI:NL:HR:2010:BM9601

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03852
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen bestuurlijke dwangsom en verjaring in het bestuursrecht

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft verzet aangetekend tegen een bestuurlijke dwangsom die door de Gemeente 's-Gravenhage was opgelegd. De kwestie draait om de vraag of de verjaringstermijn van de dwangsom van toepassing is, zoals geregeld in artikel 5:35 (oud) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 maart 2007 en een arrest van het gerechtshof van 20 januari 2009. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 24 september 2010 door de raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en C.E. Drion.

Uitspraak

24 september 2010
Eerste Kamer
09/03852
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
DE GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE,
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. D. Stoutjesdijk, thans mr. M.W. Scheltema.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 275318/HA ZA 06-3543 van de rechtbank 's-Gravenhage van 14 maart 2007;
b. het arrest in de zaak 105.006.766/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 januari 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 september 2010.