ECLI:NL:HR:2010:BM9100

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03346
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • B.C. de Savornin Lohman
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bewijsvoering in diefstal van een auto

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 17 juli 2008 had geoordeeld in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1983. De verdachte was beschuldigd van diefstal van een auto, een Opel Corsa, die op 26 november 2005 te IJsselstein was weggenomen. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof, omdat de bewezenverklaring dat de verdachte het feit had begaan, niet zonder meer kon worden afgeleid uit de bewijsvoering. De verdachte had op de dag van de diefstal met de gestolen auto getankt bij een tankstation in Vianen, maar zijn verklaring over hoe hij in het bezit van de auto was gekomen, werd door het Hof als ongeloofwaardig beschouwd. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest ten aanzien van de bewezenverklaring en de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed, en vernietigde de uitspraak uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.

Uitspraak

21 september 2010
Strafkamer
Nr. 08/03346
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 17 juli 2008, nummer 21/001128-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde en de strafoplegging, tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste en het tweede middel
2.1. De middelen richten zich tegen de motivering van het onder 4 bewezenverklaarde en lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
2.2. Ten laste van de verdachte is onder 4 bewezenverklaard dat:
"hij op 26 november 2005 te IJsselstein, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (personen)auto (merk Opel, type Corsa, kenteken [AA-00-BB]), toebehorende aan [benadeelde partij]."
2.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1]:
"Op 26 november 2005, omstreeks 16.55 uur was ik aan het werk bij Tankstation de Total, gelegen aan de Prins Bernhardstraat 49 te Vianen. Tussen 16.55 uur en 17.05 uur tankte een bestuurder van een grijze Opel Corsa met kenteken [AA-00-BB] bij pomp 5 voor een bedrag van € 30,91. Ik zag dat de bestuurder zonder te betalen wegreed. Ik heb vervolgens de videobeelden van deze tankactie bekeken. Deze videoband stel ik ter beschikking van het onderzoek. De bestuurder kan ik als volgt omschrijven: blanke huidskleur, zwart/bruin haar, lengte tussen 1.65 en 1.80m, beetje gezet postuur. De man was gekleed in een bruine/camel kleurige jas en donker gekleurde broek en schoenen."
b. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 3 december 2005 bekeek ik een videoband met daarop videobeelden van het camerabeveiligingssysteem, geplaatst bij het Total tankstation gelegen aan de Prins Bernhardstraat 49 te Vianen. Linksboven in beeld werden de dag, datum en tijd getoond en ik zag dat het de videobeelden betrof van 26 november 2005, omstreeks 16.50 uur. Ik zag op genoemde dag dat een grijze Opel Corsa, voorzien van kenteken [AA-00-BB] bij een pomp stopte. Ik zag een man gekleed in een lichtbruine, vermoedelijk suède, jas en in een licht zwarte spijkerbroek met gympen van het merk Puma. Ik zag dat deze man nadat hij had getankt in genoemde Opel Corsa stapte en wegreed."
c. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Betreffende de aangifte terzake diefstal brandstof werden door het camerabeveiligingssysteem opnamen gemaakt welke later werden bekeken. Ik heb van deze opnamen fotoprints gemaakt met hierop de persoon die hiervoor verantwoordelijk was. Deze prints werden bij het verhoor van deze persoon getoond. Deze fotoprints zijn bij dit proces-verbaal gevoegd."
d. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
"U laat mij een aantal foto's zien welke gemaakt zijn bij het Total tankstation te Vianen. U vraagt mij wie de persoon op die foto's is. Dat ben ik."
e. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [benadeelde partij]:
"Ik ben eigenaar van een grijze personenauto merk Opel, type Corsa en voorzien van kenteken [AA-00-BB]. Mijn auto stond op 26 november 2005 te 10.00 uur deugdelijk geparkeerd bij de [a-straat 1] te [plaats]. Dezelfde dag, omstreeks 11.00 uur, zag ik dat mijn auto was weggenomen. In de auto bevonden zich een gereedschapskist met gereedschap en diverse modules van personenauto's."
f. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"Op 26 november 2005 omstreeks 11.00 uur reed ik samen met mijn broer over de Achtersloot te [plaats]. Wij zagen dat op de Heemradenlaan een grijze Opel Corsa stond, soort gelijk aan de Opel Corsa van mijn broer. De bestuurder van de Opel was een blanke man, begin 20 jaar, donkerblond steil haar wat iets overeind stond."
g. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"Het volgende voertuig werd aangetroffen op 27 november 2005 ter hoogte van de Lekdijk Oost te Lopikerkapel. Opel Corsa TR 1.2 S, kleur grijs, met het kenteken [AA-00-BB]."
2.4. Het Hof heeft onder het kopje "Overweging met betrekking tot het bewijs", voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, voorts nog het volgende overwogen:
"Omtrent het onder 4 primair tenlastegelegde:
De auto van aangever is gestolen op 26 november 2005 tussen 10.00 uur en 11.00 uur te IJsselstein. Er wordt een beschrijving gegeven van de persoon die ter plaatse gezien is. Diezelfde dag omstreeks 17.00 uur heeft de verdachte als bestuurder met deze auto getankt te Vianen.
Verdachte heeft erkend dat hij op 26 november 2005 omstreeks 17.00 uur met de tussen 10.00 en 11.00 uur gestolen auto zonder te betalen benzine heeft getankt te Vianen. Volgens verdachte heeft hij dat gedaan voor een vriend die toen over (de Hoge Raad leest: deze auto) beschikte. Verdachte wil de naam van die vriend niet noemen.
Het hof vindt deze verklaring ongeloofwaardig. Nu verdachte enkele uren na de diefstal in het bezit was van de gestolen auto en hij geen geloofwaardige verklaring heeft afgegeven over de wijze waarop hij in het bezit van die is gekomen, verbindt het hof daaraan de conclusie dat verdachte zelf door diefstal die auto heeft verkregen."
2.5. Aangezien deze bewezenverklaring, voor zover behelzende dat het de verdachte is geweest die het feit heeft begaan, niet zonder meer kan worden afgeleid uit de bewijsvoering, is
de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Voor zover de middelen daarover klagen, zijn zij gegrond.
3. Beoordeling van het derde middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat de middelen voor het overige geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 21 september 2010.