ECLI:NL:HR:2010:BM8939

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00139
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een ruilovereenkomst en de gevolgen voor de schadestaatprocedure

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een cassatieberoep van KUNSTSTOFFEN INDUSTRIE KIVO C.V. tegen ZEILMAKERIJ EN TUIGERIJ ZUIDERZEE B.V. De zaak draait om de ontbinding van een ruilovereenkomst en de daaruit voortvloeiende schadestaatprocedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Amsterdam en arresten van het gerechtshof te Amsterdam. Kivo heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, die op 26 april 2007 en 9 september 2008 zijn gewezen. De advocaat-generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Kivo veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

10 september 2010
Eerste Kamer
09/00139
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
KUNSTSTOFFEN INDUSTRIE KIVO C.V.,
gevestigd te Volendam, gemeente Edam-Volendam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
ZEILMAKERIJ EN TUIGERIJ ZUIDERZEE B.V.,
gevestigd te Volendam, gemeente Edam-Volendam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt en mr. A.M. van Aerde.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Kivo en Zuiderzee.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 94.1704 van de rechtbank Amsterdam van 5 augustus 1998, 12 december 2001 en 24 juli 2002;
b. de arresten in de zaak 106.000.883/01 (rolnummer 1886/02) van het gerechtshof te Amsterdam van 7 oktober 2004, 26 april 2007 en 9 september 2008.
De arresten van het hof van 26 april 2007 en 9 september 2008 zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen laatstgenoemde arresten van het hof heeft Kivo beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Zuiderzee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Kivo in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zuiderzee begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 september 2010.