ECLI:NL:HR:2010:BM8909

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03355
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verschoonbare overschrijding appeltermijn door fout van het gerecht in eerste aanleg

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een man, wonende op Sint Maarten, tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De man had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, waarin hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de beschikking door een fout van het gerecht in eerste aanleg. De vrouw, wonende op Curaçao, was niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen in de feitelijke instanties, waaronder een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen van 9 oktober 2008 en een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 26 mei 2009.

De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de man verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige kennisgeving van gerechtelijke beschikkingen en de gevolgen van fouten van de rechterlijke macht in de procedure.

Uitspraak

24 september 2010
Eerste Kamer
09/03355
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende op Sint Maarten, Nederlandse Antillen,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak EJ 2007/132 (nummer 623/2008) van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 9 oktober 2008,
b. de beschikking in de zaak H-5/2009 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 26 mei 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 september 2010.