ECLI:NL:HR:2010:BM8909
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verschoonbare overschrijding appeltermijn door fout van het gerecht in eerste aanleg
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een man, wonende op Sint Maarten, tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De man had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, waarin hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de beschikking door een fout van het gerecht in eerste aanleg. De vrouw, wonende op Curaçao, was niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen in de feitelijke instanties, waaronder een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen van 9 oktober 2008 en een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 26 mei 2009.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de man verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige kennisgeving van gerechtelijke beschikkingen en de gevolgen van fouten van de rechterlijke macht in de procedure.