ECLI:NL:HR:2010:BM8883
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over functiewaardering en loonschaalindeling met bindend advies
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een geschil over functiewaardering en loonschaalindeling. De eiser, vertegenwoordigd door mr. D.Th.J. van der Klei, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 9 april 2008 was gewezen. De zaak betreft de vraag of het advies van de landelijke bezwarencommissie bindend is voor de werkgever en welke motiveringsplicht de werkgever heeft in geval van afwijking van dit advies. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de EMCO-GROEP zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, waarbij de andere raadsheren A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser betrokken waren. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de motiveringsplicht van werkgevers en de bindende aard van adviezen van bezwarencommissies in arbeidsrechtelijke geschillen.