ECLI:NL:HR:2010:BM8565
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter te Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2010 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter in Amsterdam. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. R.T. Laigsingh, had een geldboete van € 150,- opgelegd gekregen voor een overtreding van artikel 2.7, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Amsterdam. De aanvrage tot herziening was ingediend na een vonnis dat in kracht van gewijsde was gegaan, en de aanvrager had verzocht om herziening van deze beslissing.
De Advocaat-Generaal Aben heeft in zijn conclusie aangegeven dat de aanvraag tot herziening ongegrond is. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en geoordeeld dat er geen gronden zijn om de aanvraag tot herziening te honoreren. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar de argumenten die in de conclusie van de Advocaat-Generaal zijn uiteengezet.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvraag tot herziening afgewezen, wat betekent dat het eerdere vonnis van de Kantonrechter in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.