ECLI:NL:HR:2010:BM8037
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafoplegging en motivering van ontzegging rijbevoegdheid
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarin de verdachte is veroordeeld voor rijden onder invloed van alcohol. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.J.A.P. van Breukelen. De verdachte had op 8 juni 2007 in Enschede een voertuig bestuurd met een alcoholgehalte van 655 microgram per liter uitgeademde lucht, wat in strijd is met de Wegenverkeerswet 1994. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 650,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden. De verdachte had in hoger beroep verzocht om een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid, maar het Hof oordeelde dat de strafoplegging toereikend was gemotiveerd en in overeenstemming met de ernst van het delict en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelt dat het Hof de strafoplegging voldoende heeft gemotiveerd. De Hoge Raad constateert echter dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte.