ECLI:NL:HR:2010:BM7811
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en de toestand van niet kunnen betalen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende faillissementsrecht. De zaak betreft een verzoek van RWE ENERGY NEDERLAND N.V. om [verzoeker], handelende onder de naam [A], in staat van faillissement te verklaren. De rechtbank Arnhem had dit verzoek afgewezen, maar het gerechtshof Arnhem heeft in hoger beroep het verzoek alsnog toegewezen. De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie beoordeeld naar aanleiding van het beroep van [verzoeker] tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad oordeelt dat pluraliteit van schuldeisers een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde is voor de vaststelling dat een schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Het hof had in zijn oordeel niet alleen gekeken naar de pluraliteit van schuldeisers, maar ook naar de specifieke omstandigheden van [verzoeker]. De Hoge Raad concludeert dat het hof terecht heeft vastgesteld dat [verzoeker] niet in staat is om de vordering van RWE te voldoen, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de toestand van niet kunnen betalen.
Daarnaast heeft de Hoge Raad zich gebogen over de argumenten van [verzoeker] dat RWE misbruik van bevoegdheid zou maken door het faillissementsverzoek in te dienen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de stellingen van [verzoeker] wel degelijk in overweging heeft genomen, maar niet aannemelijk heeft geacht dat RWE haar bevoegdheid voor een ander doel aanwendde dan waarvoor deze was verleend. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het cassatieberoep van [verzoeker] en bevestigt de beslissing van het hof.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zowel de pluraliteit van schuldeisers als de feitelijke betalingsonmacht van de schuldenaar in faillissementsprocedures. De Hoge Raad bevestigt dat de beoordeling van de toestand van de schuldenaar een zorgvuldige afweging van alle relevante feiten en omstandigheden vereist.