ECLI:NL:HR:2010:BM7676

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03663
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van partneralimentatie en beoordeling van overgelegde gegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van partneralimentatie. De verzoeker, de man, had cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 10 juni 2009 was gegeven. De man verzocht om wijziging van de partneralimentatie op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek. De vrouw, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal L.A.D. Keus had in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. De uitspraak is openbaar gedaan door de raadsheren, waarbij A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter fungeerde.

Uitspraak

24 september 2010
Eerste Kamer
09/03663
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E.M.G. Peletier.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak met rekestnummer FA RK 07-5017 van de rechtbank 's-Gravenhage van 1 april 2008,
b. de beschikking in de zaak 200.009.553.01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 juni 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping.
De advocaat van de man heeft bij brief van 25 juni 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 september 2010.