ECLI:NL:HR:2010:BM7676
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en beoordeling van overgelegde gegevens
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van partneralimentatie. De verzoeker, de man, had cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 10 juni 2009 was gegeven. De man verzocht om wijziging van de partneralimentatie op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek. De vrouw, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal L.A.D. Keus had in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. De uitspraak is openbaar gedaan door de raadsheren, waarbij A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter fungeerde.