ECLI:NL:HR:2010:BM7500
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie in fiscale fraudezaak met vermindering van gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die in 1945 is geboren en ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Castelijn, advocaat te Breda. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke vernietiging van het bestreden arrest, specifiek met betrekking tot de opgelegde vrijheidsstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De gevangenisstraf is verminderd tot 23 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, wat heeft geleid tot de vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf. De uitspraak is gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.