ECLI:NL:HR:2010:BM7266
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Navordering inkomstenbelasting en nieuw feit bij film-CV's
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000, opgelegd aan belanghebbende, die als commanditaire vennoot deelnam in een film-CV. De Inspecteur had aanvankelijk de aangifte van belanghebbende gevolgd, maar legde later een navorderingsaanslag op omdat hij van mening was dat de CV geen onderneming dreef. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Rechtbank te Breda de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, maar het Hof heeft deze vernietiging weer ongedaan gemaakt en de beroepen ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 november 2010 geoordeeld dat het Hof terecht heeft vastgesteld dat er sprake was van een nieuw feit dat de navordering rechtvaardigde. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur ten tijde van de primitieve aanslag niet op de hoogte was van de feiten die de navorderingsaanslag rechtvaardigden, met name de ontdekking van een 'license agreement'. Dit feit was niet bekend of had niet bekend kunnen zijn ten tijde van de aanslagregeling, waardoor het vereiste van een nieuw feit niet aan de navordering in de weg stond. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende verworpen en het beroep in cassatie ongegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit arrest bevestigt de mogelijkheid van navordering in belastingzaken wanneer nieuwe feiten aan het licht komen die niet eerder bekend waren bij de belastingautoriteiten.