ECLI:NL:HR:2010:BM7149

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01759
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling op grond van art. 288 lid 1, aanhef en onder b, F. (81 RO)

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoekster] tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het cassatieberoep was ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder b, van de Wet op de rechterlijke organisatie (81 RO). De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, waarbij het hof op 20 april 2010 het verzoek van [verzoekster] had afgewezen. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier was om het cassatieberoep te verwerpen, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

3 september 2010
Eerste Kamer
10/01759
DV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.C.E.G. Cordesius.
Verzoekster tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 347781/FT RK 09-2210 van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 maart 2010,
b. het arrest in de zaak 200.059.988/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 april 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 september 2010.