ECLI:NL:HR:2010:BM6933
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 9 april 2009 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1988. De verdachte heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.A. Franken, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 7 september 2010 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.