ECLI:NL:HR:2010:BM6919
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie in een zedenzaak met betrekking tot middelen van cassatie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 28 april 2009 is gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1952. De verdachte was ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Achterhoek, locatie Lunette' te Zutphen. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B.Th. Nooitgedagt uit Amsterdam. Deze heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in een schriftuur die aan het arrest is gehecht.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, en is uitgesproken op 7 september 2010.