ECLI:NL:HR:2010:BM6845
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsvoering in strafzaak betreffende beschadiging van een personenauto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een personenauto, toebehorende aan [betrokkene 1], door deze te bespuiten met een bijtende vloeistof op 3 maart 2007. De verdachte had een middel van cassatie ingediend, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.L.M. van der Voet. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat de beschadigde auto daadwerkelijk aan [betrokkene 1] toebehoorde, noch dat het om een BMW ging. De bewijsmiddelen omvatten onder andere een proces-verbaal van politie en videobeelden van de verdachte bij de auto. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak dat de bewezenverklaring moet steunen op voldoende en overtuigende bewijsmiddelen. De beslissing van de Hoge Raad is een belangrijke reminder voor de lagere rechters om de bewijsvoering grondig te toetsen en te verifiëren of deze voldoet aan de eisen van het recht.