Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X V.O.F. tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 27 november 2008. De Centrale Raad had in deze uitspraak de hoger beroep van belanghebbende tegen een beslissing van de Rechtbank te Rotterdam behandeld, die betrekking had op besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Deze besluiten waren genomen op basis van de Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Ziekenfondswet. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder verdere inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit houdt in dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep heeft bekrachtigd, zonder dat er een nieuwe beoordeling van de feiten of het recht heeft plaatsgevonden. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het bestuursrecht en belastingrecht, en bevestigt de rechtskracht van eerdere uitspraken van lagere rechters in vergelijkbare zaken.