ECLI:NL:HR:2010:BM6403
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over concurrentiebeding en matiging van boete
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de uitleg van grieven in een hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [eiser] en [verweerster] over de vraag of [eiser] in strijd heeft gehandeld met een tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding. De rechtbank Amsterdam had eerder geoordeeld dat indien vastgesteld kan worden dat de werkzaamheden van [eiser] een dekmantel waren voor zijn betrokkenheid bij de totstandkoming van de Multimateformule, hij in strijd met het concurrentiebeding heeft gehandeld. Het hof heeft deze conclusie bevestigd, maar heeft geen aanleiding gezien om de verbeurde boete te matigen.
De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag of [eiser] in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding opnieuw beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas was dat het bestreden arrest van het hof vernietigd moest worden en dat de zaak naar een ander gerechtshof verwezen moest worden voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 26 juni 2008 vernietigd. Tevens heeft de Hoge Raad [verweerster] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De zaak is van belang voor de uitleg van concurrentiebedingen en de toepassing van matigingsbevoegdheden door de rechter. De Hoge Raad heeft benadrukt dat de uitleg van de grieven door het hof onbegrijpelijk was, wat heeft geleid tot de vernietiging van het arrest. De uitspraak biedt duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een concurrentiebeding kan worden ingeroepen en de mogelijkheden voor matiging van boetes.