ECLI:NL:HR:2010:BM6354
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Verhaal van kosten door middel van een dwangbevel in het strafrecht
In deze zaak gaat het om de mogelijkheid om invorderings- en incassokosten te verhalen op de veroordeelde door middel van een dwangbevel, zoals geregeld in artikel 575 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad heeft op 13 juli 2010 uitspraak gedaan in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De betrokkene was eerder veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan een slachtoffer, maar had een deel van het bedrag niet tijdig voldaan. Hierop volgde een dwangbevel voor het resterende bedrag, waartegen de betrokkene verzet aantekende. Het Hof had geoordeeld dat de kosten van invordering op de betrokkene konden worden verhaald, wat door de Hoge Raad werd bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de wetsgeschiedenis en de tekst van artikel 575 Sv voldoende basis bieden voor het verhaal van deze kosten. De Hoge Raad benadrukte dat zonder een nadere wettelijke regeling, het dwangbevel niet voor een hoger bedrag kan worden uitgevaardigd dan de som van de oorspronkelijke geldboete en wettelijke verhogingen. De wetgeving is inmiddels aangepast om duidelijk te maken dat invorderingskosten ook op de veroordeelde kunnen worden verhaald. De Hoge Raad verwierp het beroep van de betrokkene, waarmee de beslissing van het Hof in stand bleef.