ECLI:NL:HR:2010:BM6171

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/05236
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 7 augustus 2008 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1960 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J. Zevenboom. De schriftuur met het cassatiemiddel is aan het arrest gehecht. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, heeft het cassatiemiddel beoordeeld. Het middel kan niet tot cassatie leiden, en volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 13 juli 2010, en de waarnemend griffier S.C. Rusche was aanwezig bij de uitspraak.

Uitspraak

13 juli 2010
Strafkamer
Nr. 08/05236
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 7 augustus 2008, nummer 21/002721-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Zevenboom, advocaat te Breukelen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 13 juli 2010.