ECLI:NL:HR:2010:BM6079

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04832
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over recht op doorbetaling van loon bij ziekte volgens artikel 7:629 BW

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het recht op doorbetaling van loon bij ziekte, zoals geregeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 juli 2008 was gewezen. De eiser was in deze procedure vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P. Garretsen. De verweerder, SIXTYSEVEN B.V., voorheen I-Control B.V., was niet verschenen in de cassatieprocedure.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. Het hof had in zijn arrest geoordeeld over de vraag of de eiser recht had op doorbetaling van loon tijdens ziekte. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, was dat het beroep in cassatie moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en het beroep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor de eiser zijn vastgesteld op nihil, aangezien de verweerder niet was verschenen.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad is daarmee definitief en sluit de zaak af.

Uitspraak

3 september 2010
Eerste Kamer
08/04832
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
SIXTYSEVEN B.V., voorheen genaamd I-Control B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en I-Control.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 320974/CV EXPL 06-8562 van de kantonrechter te Haarlem van 7 maart 2007;
b. het arrest in de zaak 106.006.737/01 (rolnr. 645/07) van het gerechtshof te Amsterdam van 3 juli 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen I-Control is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van I-Control begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 september 2010.