ECLI:NL:HR:2010:BM6079
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op doorbetaling van loon bij ziekte volgens artikel 7:629 BW
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het recht op doorbetaling van loon bij ziekte, zoals geregeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek. De eiser, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 3 juli 2008 was gewezen. De eiser was in deze procedure vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P. Garretsen. De verweerder, SIXTYSEVEN B.V., voorheen I-Control B.V., was niet verschenen in de cassatieprocedure.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. Het hof had in zijn arrest geoordeeld over de vraag of de eiser recht had op doorbetaling van loon tijdens ziekte. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, was dat het beroep in cassatie moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en het beroep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie voor de eiser zijn vastgesteld op nihil, aangezien de verweerder niet was verschenen.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad is daarmee definitief en sluit de zaak af.