ECLI:NL:HR:2010:BM5958
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ondertekening van conclusies in civiele procedures
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil tussen [eiser] en [verweerster] over de ondertekening van conclusies in een civiele procedure. De Hoge Raad oordeelt dat de niet getekende conclusie van dupliek in het dossier van [eiser] verschilt van het wel getekende exemplaar in het dossier van [verweerster]. Volgens artikel 83 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet worden uitgegaan van het ondertekende exemplaar. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen, waaronder een tussenvonnis van de kantonrechter te Haarlem en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht geen acht heeft geslagen op de niet ondertekende exemplaren en dat de ondertekende exemplaren in het dossier van [verweerster] als de juiste versie moeten worden aangemerkt. Het middel van [eiser] faalt omdat het steunt op een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] op nihil zijn begroot.