ECLI:NL:HR:2010:BM5810
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bijstandsverhaal en alimentatie zonder tijdig verzet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende bijstandsverhaal en alimentatie. De verzoeker, een man wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak had zijn oorsprong in een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 juli 2008, gevolgd door een beschikking van het hof op 12 mei 2009. De man was van mening dat de beschikking van het hof onterecht was en had daarom cassatie ingesteld.
De gemeente Amsterdam, als verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent had in zijn conclusie ook geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak heeft implicaties voor de interpretatie van de wetgeving rondom bijstandsverhaal en alimentatie, vooral in gevallen waar geen tijdig verzet is aangetekend door de alimentatieplichtige.