ECLI:NL:HR:2010:BM5754
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de CAO voor het Slagersbedrijf met betrekking tot de berekening van vakantietoeslag en overwerkvergoedingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en Jumbo Supermarkten B.V. De zaak betreft de uitleg van de CAO voor het Slagersbedrijf en de toepassing van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. [Eiser] had een arbeidsovereenkomst met Jumbo en vorderde betaling van niet uitgekeerde vergoedingen voor overuren en vakantiegeld. De kantonrechter had een deel van de vordering toegewezen, maar het hof had het eindvonnis van de kantonrechter bekrachtigd.
De Hoge Raad oordeelde dat bij de berekening van de vakantietoeslag geen overwerkvergoedingen in aanmerking genomen moeten worden, maar enkel de geldelijke tegenprestaties voor de normale werktijd. Dit oordeel is gebaseerd op de uitleg van artikel 24 lid 4 van de CAO voor het Slagersbedrijf en artikel 6 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De Hoge Raad verwierp het beroep van [eiser] en oordeelde dat de uitleg van het hof juist was. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in de CAO en de noodzaak om de wettelijke bepalingen correct toe te passen bij de berekening van vakantietoeslagen. De Hoge Raad bevestigde dat de uitleg van de CAO door het hof niet in strijd was met de wet en dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop vakantietoeslagen en overwerkvergoedingen in de toekomst berekend moeten worden, vooral in de context van de CAO voor het Slagersbedrijf.