ECLI:NL:HR:2010:BM5276
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake geldboetes op basis van de Rust- en Rijtijdenwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 4 maart 2008, in de strafzaak tegen een verdachte gevestigd te [vestigingsplaats]. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. V.Q. Vallenduuk-Bobeck, advocaat te Haarlem. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de opgelegde straf, en tot vermindering van de geldboetes. De Hoge Raad heeft op 28 september 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de hoogte van de twee opgelegde geldboetes van elk € 1.320,- is verminderd naar € 1.188,-. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging kunnen leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens is vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM is overschreden, wat heeft geleid tot de vermindering van de geldboetes. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft de hoogte van de geldboetes, en het beroep voor het overige verworpen.