ECLI:NL:HR:2010:BM5140

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04470
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Wet werk en bijstand

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 mei 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, X te Z, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 29 september 2009, nr. 08/3083 WWB. Het beroep in cassatie was ingesteld naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Zutphen van 14 april 2008 (nr. 06/2494 WWB) betreffende een besluit ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). De belanghebbende had een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van de Centrale Raad, waarop het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn een verweerschrift had ingediend. De belanghebbende diende vervolgens een conclusie van repliek in, waarna het College een conclusie van dupliek indiende.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het cassatieberoep niet was ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen van de WWB, die betrekking hebben op het begrip gezamenlijke huishouding. De klachten die door de belanghebbende naar voren waren gebracht, konden derhalve niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is van belang voor de toepassing van de WWB, met name in het kader van de beoordeling van gezamenlijke huishoudingen en de mogelijkheden voor cassatie in dergelijke zaken.

Uitspraak

Nr. 09/04470
21 mei 2010
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 29 september 2009, nr. 08/3083 WWB, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Zutphen van 14 april 2008 (nr. 06/2494 WWB) betreffende een besluit ingevolge de Wet werk en bijstand (hierna: de WWB).
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2. Beoordeling van de klachten
De in cassatie bestreden uitspraak van de Centrale Raad betreft de toepassing van de WWB.
Beroep in cassatie tegen een zodanige uitspraak kan ingevolge artikel 80 van de WWB worden ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van het bepaalde bij of krachtens artikel 3, leden 3 tot en met 5, van de WWB.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze bepalingen, die betrekking hebben op het begrip gezamenlijke huishouding. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en M.W.C. Feteris, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2010.