ECLI:NL:HR:2010:BM5086
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep door gebrek aan kennisgeving aan verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een eerder vonnis, maar niet op de terechtzitting was verschenen. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (HR LJN AD5163) en constateert dat de appeldagvaarding niet naar het in de appelakte vermelde adres is verzonden. Dit gebrek in de kennisgeving leidt tot de conclusie dat het Hof niet heeft onderzocht of er redenen waren om het onderzoek ter terechtzitting te schorsen, zodat de verdachte alsnog aanwezig kon zijn. Dit verzuim heeft geleid tot de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de daaropvolgende uitspraak. De Hoge Raad vernietigt daarom de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.
De zaak is behandeld onder nummer 08/03690, waarbij de verdachte werd vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Heilbron, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak en nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt dat, indien een ander adres is opgegeven in de appelakte dan het adres waar de verdachte is ingeschreven, en de dagvaarding niet naar dat adres is verzonden, de rechter niet kan aannemen dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van correcte kennisgeving aan de verdachte in het strafproces.