2.3. De bestreden uitspraak houdt ten aanzien van de op te leggen straf het volgende in:
"[Veroordeelde] is op 30 september 2008 door het Tribunal de Correctionelle te Nîmes veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 5 jaar. De detentie van veroordeelde in Nederland dan wel Frankrijk heeft geduurd van 15 april 2008 tot en met 17 april 2008 en van 15 augustus 2008 tot op heden. De straf expireert op 11 september 2012. De te verwachten datum van voorwaardelijke/vervroegde invrijheidstelling in Frankrijk is niet bekend.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat in Nederland in beginsel lagere straffen worden opgelegd voor in- en uitvoer van drugs dan in Frankrijk. Rekening houdend met de straffen die gebruikelijk in Nederland worden opgelegd voor soortgelijke feiten, is de officier van justitie van mening dat een gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van voorarrest passend en op zijn plaats is.
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de beperkte pleegperiode, hoeveelheid drugs en rol die veroordeelde heeft gespeeld. Daarnaast dienen de volgende omstandigheden mee te wegen: de lange periode van detentie, de beperkingen en slechte omstandigheden van de detentie en de positieve houding van veroordeelde. Rekening houdend met de Nederlandse richtlijnen zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden, resulterend in een effectieve gevangenisstraf van 16 maanden, redelijk zijn. Hiervan zouden 3 maanden voorwaardelijk kunnen worden opgelegd met de eventuele bijzondere voorwaarde van elektronisch toezicht. Subsidiair heeft de raadsman gepleit voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 14 maanden, zodat veroordeelde niet langer in de gevangenis hoeft te verblijven.
De rechtbank dient, gelet op artikel 31 lid 1 WOTS, een straf op te leggen welke, met inachtneming van het daaromtrent in het toepasselijke verdrag voorgeschrevene, op het overeenkomstige feit naar Nederlands recht is gesteld. Zij verstaat dit aldus dat bij het opleggen van de straf de in Frankrijk opgelegde sanctie, zonder de duur of de omvang daarvan te overschrijden, in beginsel dient te worden vervangen door een straf of maatregel die naar Nederlandse maatstaven en opvattingen geacht wordt te beantwoorden aan de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoon van de dader, zij het dat de rechtbank bij die vervanging tevens rekening dient te houden met internationale opvattingen over straf en strafmaat.
Veroordeelde heeft zich schuldig gemaakt aan (medeplichtigheid aan) de invoer van c.q. de handel in harddrugs. De rechtbank is van oordeel dat het invoeren c.q. uitvoeren van harddrugs een ernstig feit is. Cocaïne is immers een stof die schadelijk is voor de gezondheid en sterk verslavend kan zijn. Daarnaast ontstaat door de handel in harddrugs schade en overlast voor de samenleving. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat verslaafden aan harddrugs, om in hun dagelijkse behoefte te voorzien, vaak vermogensdelicten plegen. Voorts brengt de handel in harddrugs mee dat een zwartgeld circuit ontstaat met alle gevolgen van dien. Dat is ook de reden dat op de handel in harddrugs zware straffen zijn gesteld.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt de rechtbank niet alleen rekening met de hoeveelheid aangetroffen drugs, maar ook met de rol van veroordeelde in het geheel. Het staat in deze zaak onvoldoende vast wat de hoeveelheid aangetroffen drugs is geweest. Het Franse vonnis spreekt over een "grote hoeveelheid". De rechtbank zal bij de beoordeling dan ook uitgaan van een standaard situatie en deze zogenoemde "grote hoeveelheid".
Ten nadele van veroordeelde houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat hij eerder is veroordeeld terzake van overtreding van de Opiumwet, te weten in 2006 ter zake van het opzettelijk handelen in strijd met de artikelen 2 onder B en C van de Opiumwet tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk en een geldboete van € 6.000,-.
Gelet op het voorgaande en op de internationale opvattingen over een delict als het onderhavige, acht de rechtbank een gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden."