Ten aanzien van feit 1
In het ziekenhuis zijn bij [slachtoffer] de volgende verwondingen geconstateerd (3):
- twee diepe brandwonden (3e graads) in de beide flanken;
- een brandwond aan de rechterpols;
- aan één kant in de hals blauwe vlekken;
- een snijwond tussen de vingers aan de linkerhand;
- wonden op romp en gezicht;
- vele bloeduitstortingen op het gehele lichaam;
- blauwe ogen, bloeduitstortingen;
- scrotum aan één kant blauw;
- opgezette mond en wangen;
- nierfalen;
- op de onderbenen wonden gelijkend op afdrukken van hakken van een laars, te weten 3 afdrukken rechts en 1 afdruk links, allen tot bloedens toe;
- op het linkerbeen zeker 30 puntjes, lijkend op nietjesindrukken.
Van de verwondingen van [slachtoffer] zijn foto's gemaakt (4).
Blijkens het NFI rapport "Letselbeoordeling" van 8 juni 2007 (5) zijn bij [slachtoffer] diverse onderhuidse bloeduitstortingen, oppervlakkige huidbeschadigingen/-perforaties met een onderlinge afstand van circa 1 cm, schaafwonden/crushletsels/ krasvormige huidbeschadigingen en een scherprandige huidklieving geconstateerd. Verder is er letsel door thermische inwerking of contact met etsende stoffen en een nierfunctiestoornis geconstateerd. De oppervlakkige huidbeschadigingen betreffen stipvormige huidbeschadigingen. Gezien het paarsgewijze patroon en de aanwezigheid van een nietje op de röntgenfoto van de borstkas zou dit letsel kunnen passen bij de verklaring van [slachtoffer] dat dit letsel door toedoen van een nietmachine is veroorzaakt. Het tijdelijk karakter van de nierfunctiestoornissen in combinatie met de vele letsels maakt het hoogstwaarschijnlijk dat de nierfunctiestoornissen zijn veroorzaakt door de rhabdomyolyse en derhalve door verschillende vormen van geweldinwerking. De scherprandige huidklieving is zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een scherprandig voorwerp.
[Betrokkene 3] heeft verklaard dat [slachtoffer] in het ziekenhuis aan hem heeft verteld dat hij door [medeverdachte] en de Marokkaan naar Arnhem is gebracht, naar de locatie waar de hennepkwekerij zat en dat ze hem hebben geslagen met bezemstelen en stalen leidingen, gasbuizen (6). Ze hebben zijn mond open gedaan en chemicaliën, die in de hennepteelt worden gebruikt, in zijn mond gegoten en over zijn lichaam gegooid. Ook hebben ze hem over zijn hele lichaam bewerkt met een nietmachine en de huid tussen zijn vingers bij zijn linkerhand met een mes ingesneden. Hij is ook door anderen mishandeld. De Marokkaan heet volgens [slachtoffer] [verdachte]. In zijn verhoor bij de rechter-commissaris bevestigt [betrokkene 3] deze verklaring (7).
De verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] relateren dat zij op 3 en 4 april 2007 in een garagebox aan de [b-straat] te Arnhem een sporenonderzoek hebben ingesteld (8). Op de bodem van een met water gevulde waterton troffen zij een schenkkan van een elektrische waterkoker aan. Op het aanrecht stond een onderplaat met elektrische voeding van een waterkoker, die was aangesloten op een wandcontactdoos boven het aanrecht. De schenkkan paste op de onderplaat. Op de rand van de waterton waren op bloed gelijkende vegen zichtbaar, waarvan een monster is veiliggesteld (svo-1371). Naast een doos lagen vier verbogen of geknikte delen van koperen (gas)pijpen, die allen aan één kant door buigen/knikken zijn afgebroken (svo-1351 t/m svo-1354). Bij de verbogen pijpen lag een afgebroken deel van een houten steel (svo-1350).
De verbalisanten hebben verklaard dat zij onder meer de volgende voorwerpen en sporen hebben veiliggesteld:
- een wit elektriciteitssnoer met vaste stekker en aan de andere zijde gestripte draden (svo-1372);
- een wit elektriciteitssnoer met aan beide einden gestripte draden (svo-1373);
- een strip met een hoeveelheid nietjes met een breedte van 11 mm, metaalkleurig, en een aantal soortgelijke losse nietjes die op de vloer lagen (svo-1376);
- een nietje 11 mm, metaalkleurig (svo-1377);
- een metalen magazijn van een nietmachine (svo-1378);
- filterpeuken (svo-1388 t/m svo-1391 en svo-1410).
Uit het rapport, opgemaakt door gerechtelijk deskundige H.J.T. Jansen komt naar voren dat op de volgende sporen DNA is aangetroffen van [slachtoffer], waarbij de kans dat het DNA van een ander afkomstig zou kunnen zijn, is gesteld op minder dan 1 op 1 miljard (9):
- een bemonstering bloed van een bezemsteel (svo-1350, DGA365);
- een bemonstering bloed van een koperen pijp (svo-1351, DGA367);
- een bemonstering bloed van de zijkant van een waterton (svo-1371, DGA372);
- een bemonstering van een elektriciteitssnoer (svo-1373, DGA376).
Uit het rapport, opgemaakt door gerechtelijk deskundige Jansen komt naar voren dat op meerdere in de garagebox gevonden peuken DNA is aangetroffen van verdachte, waarbij de kans dat het DNA van een ander afkomstig zou kunnen zijn, is gesteld op minder dan 1 op 1 miljard (10).
De verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] relateren dat een sporenonderzoek heeft plaatsgevonden met betrekking tot de Renault Laguna met het kenteken [AA-00-BB] (11). Blijkens de bijlage is in de achterbak onder meer een grijze vuilniszak aangetroffen (svo-503) met daarin kledingstukken, te weten onder meer een bruine polo (svo-503B), een blauwe spijkerbroek (svo-503C). Op de bruine polo en de blauwe spijkerbroek werden bloedsporen aangetroffen. De bloedsporen op de blauwe spijkerbroek zijn onderworpen aan een DNA-onderzoek.
Uit het rapport, opgemaakt door gerechtelijk deskundige H.J.T. Jansen komt naar voren dat op de rechter broekspijp (svo-503C1, DGA362) sporen DNA is aangetroffen van [slachtoffer], waarbij de kans dat het DNA van een ander afkomstig zou kunnen zijn, is gesteld op minder dan 1 op 1 miljard (12).
Bij dactyloscopisch onderzoek is op de onderzochte vuilniszak (die in de Renault Laguna was aangetroffen) een afdruk van de rechtermiddelvinger van verdachte aangetroffen (13).