ECLI:NL:HR:2010:BM4398
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verhoor in relatie tot pressieverbod in strafrecht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 4 maart 2008 werd gewezen in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1949. Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het hof, die in zijn schriftuur een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Hoge Raad heeft op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het middel niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad oordeelde dat het middel geen nadere motivering behoeft, aangezien het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, wat betekent dat het arrest van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.