ECLI:NL:HR:2010:BM4303
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Ontucht met minderjarige en afwijzing getuigenverzoek in cassatie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor ontucht met een minderjarige. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie met betrekking tot het afzien van het ondervragen van een getuige, wanneer er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de gezondheid of het welzijn van de getuige in gevaar kan komen. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen de afwijzing van het verzoek om de minderjarige getuige te horen. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het belang van de getuige boven het recht van de verdachte om haar te ondervragen zou moeten prevaleren. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De zaak betreft ernstige beschuldigingen van ontucht, waarbij de verklaringen van de minderjarige en haar omgeving cruciaal zijn voor de bewijsvoering. De Hoge Raad benadrukt het belang van een eerlijk proces en de noodzaak van adequate compensatie voor de verdediging wanneer het horen van getuigen niet mogelijk is. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op minderjarigen en de bescherming van hun welzijn.