ECLI:NL:HR:2010:BM2410

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00929
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrecht en partneralimentatie bij echtscheiding met gezondheidsklachten

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een echtscheiding tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw cassatie heeft ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak draait om huwelijkse vermogensrechtelijke kwesties en de toekenning van partneralimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.L. Kleyn, heeft in cassatie aangevoerd dat zij door gezondheidsklachten niet in staat was om aan het arbeidsproces deel te nemen, wat van invloed is op haar financiële situatie en de alimentatiebehoefte. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.J. Kim-Meijer, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Breda en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de klachten in de middelen niet gegrond bevonden en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De beslissing van de Hoge Raad is op 25 juni 2010 openbaar uitgesproken, waarbij de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk de beschikking hebben gegeven, en raadsheer E.J. Numann de uitspraak heeft gedaan.

Uitspraak

25 juni 2010
Eerste Kamer
09/00929
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. E.J. Kim-Meijer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 173548 FA RK 07-1503 van de rechtbank Breda van 20 november 2007 en 13 december 2007,
b. de beschikking in de zaak 200.003.670/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 9 december 2008.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 25 juni 2010.