Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 april 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage. De Rechtbank had op 29 april 2009 uitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB 08/9069 V, waarin het verzet van X tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting aan de orde was. De naheffingsaanslag was opgelegd in verband met een vermeende tekortkoming in de belastingaangifte van X. Daarnaast was er een boetebeschikking opgelegd en een beschikking inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een formele grond voor afdoening, zoals het niet voldoen aan de vereisten voor cassatie of het ontbreken van belang bij de uitspraak. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee geen inhoudelijke gevolgen voor de eerdere beslissing van de Rechtbank, en de naheffingsaanslag en de daarbij behorende boete blijven in stand.