ECLI:NL:HR:2010:BM0900

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01265
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vordering tot betaling energierekening en hennepteelt

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen het arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een vordering tot betaling van een energierekening, waarbij ook de kwestie van hennepteelt aan de orde kwam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter en een arrest van het hof. De advocaat van [eiseres], mr. P. Garretsen, heeft het beroep in cassatie ingesteld, terwijl mr. R.T. Wiegerink optreedt voor de verweerder, ENEXIS B.V., als rechtsopvolgster van Essent Netwerk B.V.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot gevolgd, die tot verwerping van het beroep heeft geadviseerd op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat een nadere motivering niet nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de betrokken partijen zijn aangeduid als [eiseres] en Essent.

Uitspraak

25 juni 2010
Eerste Kamer
09/01265
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
ENEXIS B.V., als rechtsopvolgster van Essent Netwerk B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Essent.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 477772 06-8701 van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch van 22 februari 2007,
b. het arrest in de zaak HD 103.005.059 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 oktober 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Essent heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Essent begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren O. de Savornin Lohman, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 25 juni 2010.