ECLI:NL:HR:2010:BM0790
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Gebruik van vervalst geschrift in vastgoedtransactie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk gebruikmaken van een vervalst geschrift, namelijk een kopie van een koopcontract, dat bestemd was om als bewijs te dienen in een vastgoedtransactie. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte op 3 juli 2006 te Amsterdam een vervalst koopcontract had overhandigd aan een potentiële koper, [betrokkene 1], waarbij de koopprijs opzettelijk was gewijzigd van € 1.750.000 naar € 2.150.000. De verdachte had dit gedaan om de indruk te wekken dat de verkoopprijs hoger was dan deze in werkelijkheid was, en om een deel van de koopsom 'zwart' te kunnen betalen. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van misleiding, omdat [betrokkene 1] op de hoogte was van de werkelijke koopprijs. Het Hof verwierp dit verweer, maar de Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het gebruikmaken van het vervalste geschrift onvoldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering bij de bewezenverklaring van het gebruik van vervalste documenten in strafzaken.