ECLI:NL:HR:2010:BM0277
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de afwijzing van een verzoek tot verificatie van een paspoort in een strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1979, was in het bezit van een Liberiaans paspoort dat volgens de Officier van Justitie vervalst zou zijn. Het Hof had geoordeeld dat het verzoek van de verdediging om het paspoort ter verificatie naar de ambassade te sturen, voorwaardelijk was gedaan. Dit verzoek werd afgewezen omdat het Hof de stelling van de Officier van Justitie niet had overgenomen, waardoor de voorwaarde voor het verzoek niet vervuld was. De verdediging voerde aan dat het paspoort authentiek was en dat er fouten waren gemaakt bij de aanvraag en afgifte ervan. De verdachte had verklaard dat hij het paspoort via familie in Liberia had ontvangen, maar het Hof oordeelde dat de verklaringen van de verdachte inconsistent waren en dat er onvoldoende bewijs was voor de authenticiteit van het paspoort. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte, omdat het Hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld en de afwijzing van het verzoek niet tot cassatie leidt. De beslissing van de Hoge Raad is definitief en het arrest is gepubliceerd in de rechtspraak.