ECLI:NL:HR:2010:BM0246

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03590 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag door niet-beslagene en toepasselijk huwelijksvermogensrecht in cassatie

In deze zaak gaat het om een beklag door een niet-beslagene, waarbij de Hoge Raad zich buigt over de toepasselijkheid van het huwelijksvermogensrecht. Het beroep in cassatie is ingesteld tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda van 6 augustus 2008, nummer RK 08/351. De klager, geboren in 1978 en wonende te [woonplaats], heeft zijn beroep ingesteld via zijn raadsman, mr. R.A. Oliemans, advocaat te Bergen op Zoom. In de schriftelijke middelen van cassatie die zijn ingediend, wordt ingegaan op de juridische aspecten van de zaak en de vraag of de middelen tot cassatie kunnen leiden.

De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat de Hoge Raad geen aanleiding ziet om de beschikking van de Rechtbank te herzien. De raadsman heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechtspraak, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en bevestigt daarmee de beschikking van de Rechtbank. Deze beslissing is genomen in raadkamer en openbaar uitgesproken op 13 juli 2010, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

13 juli 2010
Strafkamer
nr. 08/03590 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Breda van 6 augustus 2008, nummer RK 08/351, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. R.A. Oliemans, advocaat te Bergen op Zoom, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juli 2010.