ECLI:NL:HR:2010:BL9126

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02160
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake bedreiging met de dood

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarin de verdachte is veroordeeld voor bedreiging met de dood van een slachtoffer. De feiten dateren van de periode van 1 april 2007 tot en met 2 januari 2008, waarin de verdachte herhaaldelijk dreigende uitspraken heeft gedaan richting het slachtoffer. De verdachte heeft onder andere gedreigd het slachtoffer en haar moeder te doden, en heeft dit gedaan door met hoge snelheid op het slachtoffer af te rijden. De verdediging heeft aangevoerd dat de verklaringen van het slachtoffer inconsistent zijn en dat de verdachte een alternatieve lezing van de feiten heeft, namelijk dat hij per ongeluk op een verkeersbord is afgereden terwijl hij een sigaret aanstak. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de bedreigingen voldoende zijn bewezen en dat de alternatieve lezing niet overtuigend is. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij werd vastgesteld dat het Hof de alternatieve lezing van de verdachte niet als een reële mogelijkheid heeft gelaten. De Hoge Raad bevestigt daarmee de bewezenverklaring van de bedreigingen door het Hof en de verwerping van het cassatieberoep.

Uitspraak

25 mei 2010
Strafkamer
nr. 09/02160
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 29 april 2009, nummer 21/004302-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Rijnmond, locatie De IJssel" te Krimpen aan den IJssel.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof heeft verzuimd een met betrekking tot feit 2 gevoerd bewijsverweer te weerleggen.
2.2.1. Het Hof heeft onder 2 bewezenverklaard dat de verdachte:
"in de periode 1 april 2007 tot en met 2 januari 2008 te Nijmegen, meermalen, [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door (telkens) opzettelijk dreigend (meermalen) tegen haar te zeggen dat hij haar kapot/dood zou maken en dat hij, wanneer voornoemde [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats], geen abortus zou laten plegen hij de baby uit haar buik zou schoppen en dat hij haar kapot/dood zou rijden waarbij verdachte met zijn auto (met hoge snelheid) in de richting van een paal en/of in de richting van die [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats], is gereden en/of voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Jij gaat er aan. Ik heb mijn trots en eerwraak" en "Ik vergiftig jullie allemaal" en "Ik maak je kapot. Ik slacht je af. Ik knijp je strot dicht", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking."
2.2.2. Met betrekking tot deze bewezenverklaring heeft het Hof het volgende overwogen:
"Behalve fysiek geweld heeft verdachte ook verbaal geweld gebruikt. Verdachte heeft zowel [slachtoffer] als haar (groot)moeder met de dood bedreigd. Hij heeft gedreigd [slachtoffer] dood te zullen maken en ook heeft hij gezegd dat hij haar moeder dood wilde maken door haar te vergiftigen. Verdachte gebuikte woorden als "Jij gaat er aan. Ik heb mijn trots en eerwraak" "Ik ga je dood maken"12; "Ik maak je kapot. Ik slacht je af, Ik knijp je strot dicht"; "Ik vergiftig jullie allemaal"13.
Ook heeft verdachte tegen [slachtoffer] gezegd dat hij de baby uit haar buik zou schoppen als ze geen abortus zou plegen en dat ze van de aardbodem moest verdwijnen.14 15 Verder heeft verdachte tegen [slachtoffer] gezegd dat hij haar kapot zou rijden en is verdachte terwijl [slachtoffer] bij hem in de auto zat (met hoge snelheid) op een paal afgereden en pas op het laatste moment uitgeweken. Op een ander moment is verdachte met zijn auto op [slachtoffer] afgereden. Hij reed met de auto het trottoir op en stopte met piepende rem vlak voor haar. Verdachte dreigde [slachtoffer] dood te rijden als zij iets zou vertellen tegen de politie.16
12 Zie het als bijlage bij het proces-verbaal van 3 januari 2008 (PL081G/08-000183) gevoegde in de wettelijke vorm door [verbalisant 1], hoofdagent van politie, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal van 2 januari 2008 (PL081A/08-000634) (dossierpag. 14, 15 e.v.) voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats].
13 Zie het als bijlage bij het proces-verbaal van 3 januari 2008 (PL081G/08-000183) gevoegde in de wettelijke vorm door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal van 7 januari 2008 (PL081A/08-000634) (dossierpag. 19 e.v.) voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats].
14 Zie het als bijlage bij het proces-verbaal van 3 januari 2008 (PL081G/08-000183) gevoegde in de wettelijke vorm door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal van 7 januari 2008 (PL081A/08-000634) (dossierpag. 18) voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats].
15 Zie het als bijlage bij het proces-verbaal van 3 januari 2008 (PL081G/08-000183) gevoegde in de wettelijke vorm door [verbalisant 3], buitengewoon opsporingsambtenaar van politie, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal van 7 januari 2008 (PL081B/08-000183) (dossierpag. 23 e.v.) voor zover inhoudende de verklaring van [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats].
16 Zie het als bijlage bij het proces-verbaal van 3 januari 2008 (PL081G/08-00183) gevoegde in de wettelijke vorm door [verbalisant 2], hoofdagent van politie, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal van 7 januari 2008 (PL081A/08-000634) (dossierpag. 18, 19 en 20) voor zover inhoudende de verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats]."
2.3. Blijkens de aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep gehechte pleitnotities heeft de raadsvrouwe van de verdachte aldaar met betrekking tot feit 2 onder meer het volgende aangevoerd:
"- Met name met betrekking tot het met de auto op een paal afrijden, wordt door [slachtoffer] niet consistent verklaard. Bij de aangifte van 2 januari stelt zij dat dit voorval begin december was, bij de aanvullende aangifte van 7 januari heeft zij het over juli, toen zij samen van [A] afkwamen. Daar komt bij dat [verdachte] een alternatieve lezing heeft van dit feit, hij zou een sigaret hebben aangestoken en per ongeluk op een verkeersbord zijn afgereden.
(...)
- Verzoek u [verdachte] voor feit 2 vrij te spreken."
2.4. Het middel heeft het oog op het beroep op de "alternatieve lezing van dit feit", daarin bestaande dat de verdachte "een sigaret zou hebben aangestoken en per ongeluk op een verkeersbord zijn afgereden".
2.5. Het aldus aangevoerde vindt zijn weerlegging in de gemotiveerde bewezenverklaring en in het bijzonder in 's Hofs overweging dat "verdachte tegen [slachtoffer] [heeft] gezegd dat hij haar kapot zou rijden" en dat "verdachte terwijl [slachtoffer] bij hem in de auto zat (met hoge snelheid) op een paal [is] afgereden en pas op het laatste moment uitgeweken". Anders dan in het middel wordt betoogd, heeft het Hof dus niet de met de bewezenverklaring onverenigbare mogelijkheid opengelaten dat in dat opzicht geen sprake was van een bedreiging.
2.6. Het middel faalt.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 25 mei 2010.